Als ik aan mijn cliënten vraag wat maakt netwerken voor jezelf moeilijk, dan is het meest voorkomende antwoord: ‘Niet willen leuren met mezelf. Of niet het gevoel willen hebben dat jezelf te moeten verkopen.’ Als zij dit zeggen, dan maakt dat mij dubbel en dwars duidelijk dat ‘netwerken voor jezelf’ hogeschool netwerken is. Ik probeer altijd het netwerkperspectief te schuiven van leuren en verkopen naar geven en ontvangen. In deze Covid-tijd is het aanhalen van contacten en blijven praten essentieel. Hieronder meer over de vooroordelen over netwerken en mijn tips.

Vooroordeel 1 – Leuren met jezelf
Waarom werkt netwerken? Juist niet vanwege het leuren. Het echte netwerkgesprek gaat over informatie en advies uitwisselen. Je vraagt aan je netwerkcontact om informatie en advies en daarmee zeg je: jij weet dingen die ik niet weet, wil je mij meenemen in jouw kijk op de zaak? Als het past kun je ook vragen stellen over hoe iemand jou ziet in die situatie. Dus aan de ene kant vraag je je gesprekspartner om informatie en advies; aan de andere kant ben je bereid om je kwetsbaar op te stellen en te luisteren naar de mening van die ander. Dat vraagt moed en dat waarderen mensen. Daarmee ontstaat een wederzijds gevoel van gelijkwaardigheid.

Vooroordeel 2 – Verkopen van jezelf
Dat netwerken gaat om het verkopen van jezelf is een van de vooroordelen die ik regelmatig hoor. Bij netwerken profileer je jezelf. Dat kan niet anders, omdat je je netwerkcontact de situatie uit moet leggen waar je informatie en advies over wilt hebben, maar dat noem ik geen verkopen. Hoe je jezelf ook presenteert: verlegen; enthousiast; zelfbewust; vol overtuiging; serieus; feitelijk of onvoorbereid, je laat altijd een stuk van jezelf zien. Dat doe je in je werk dat doe je ook als je netwerkt voor jezelf. 

Natuurlijk is het moeilijk omdat er veel nadruk ligt op jouw persoon. Maar feitelijk kom je informatie en advies inwinnen over de werkwereld van die ander. En als het past en als je het durft komt er ook nog de vraag of jij daarin mogelijk zou passen. Dus als je start met ‘netwerken voor jezelf’, bereid je dan goed voor en zorg je dat je een interessante gesprekspartner wordt.

Vooroordeel 3 – Ik ben niet geschikt om te netwerken
Ook dit is een de vooroordelen over netwerken die ik regelmatig hoor. Ik ben ben het er niet mee eens, iedereen kan netwerken op zijn eigen manier. Wat helpt is: bereid je goed voor en begin met een makkelijk netwerkcontact. Ik help mijn cliënten om duidelijk te krijgen waarom ze iemand willen spreken. Vaak heeft dat te maken met de functie die iemand vervult of met de organisatie waar iemand werkt. Wat is dan de focus voor het gesprek? Wat moet de opbrengst zijn aan het eind?

Als je je goed voorbereidt, kun je zorgen voor goede vragen. Daarmee wordt het gesprek interessant en wordt het een gesprek dat beiden energie geeft. En daarmee zal jouw gesprekspartner je niet snel vergeten. Door te zaaien ga je oogsten. Dat kan betekenen dat iemand je tipt dat er mogelijk voor jou een interessante functie aankomt. Dit noem ik oogsten.

Tenslotte: netwerken is geen solliciteren
Realiseer je dat netwerken GEEN solliciteren is. Blijf daar ver van. Dit is cruciaal en de basis van het succes van een goed netwerkgesprek. Jij komt voor informatie en advies en niet voor een nieuwe baan. Anders hoef je geen informatie en advies in te winnen. Dan solliciteer je meteen. De andere kant ‘van de tafel’ zal geïrriteerd zijn als je zegt te komen netwerken terwijl je ondertussen solliciteert. Als je daar verre van kunt blijven, haal je veel informatie op in de buitenwereld en als je zover bent kun je sterk en overtuigend solliciteren.

Meer weten over hoe jij goed kan netwerken?
Neem dan contact op voor een gratis kennismakingsgesprek.